Als moeder van twee kinderen met gehoorproblemen, of te wel een gebrek, een rugzak, een niet volledig aangevinkt wensenlijstje bij aflevering…etcetera, etcetera…maakte ik mij in de kraamtijd al druk over ‘later’. Zullen zij zich later wel redden op school? En wat als ze gepest worden? Tja…wat dan.
Nou, lieve mensen…dan vergeet je in één klap alle pedagogische hoogstandjes die je ooit gelezen hebt in een of ander rozengeur en maneschijn blaadje, en is je moederhart maar uit op één ding, en dat is wraak!
In plaats van een diepe zucht, een liefdevolle knuffel voor je kind en een kopje warme thee, vervloek je op niet mis te verstane wijze dat wicht, die heks, dat snertkind….en heb je in 2 minuten een volledig arsenaal aan scheldwoorden erin gepompt bij je bloedjes van 9 en 7…zodat je vervolgens zeker drie weken zoet bent om hun taalproductie weer op een acceptabel niveau te krijgen. Echt waar…linker kan je mij niet krijgen… Don’t touch my addergebroed. En ‘Nee!’ zo’n explosie van scheldwoorden helpt niet…. dus zucht en zen ik me een slag in de rondte, adem de aarde in, de kosmos weer uit…en ga weer door. Maar dat laatste lukt me dus niet echt.
Ik krijg de gedachten maar niet uit mijn hoofd dat kinderen vanaf een leeftijd of zes jaar (jonger?) doelbewust bezig kunnen zijn met het pesten en irriteren van andere kinderen. Omdat die andere kinderen slimmer zijn, stiller of dromeriger zijn, leuker, liever of sneller zijn. Omdat ze anders zijn. Anders dan dat bijdehante meisje. Anders dan die stoere jongen uit de klas. Gewoon, anders. En dat pesten gebeurt in vele vormen en maten. Hardop of juist vilein, door steeds maar weer de deksel van een pennenbakje dicht te slaan of iemand keer op keer de beurt te ontnemen. Totdat hij of zij het opgeeft en alleen thuis nog uit de slof durft te schieten.
Waarom, lieve mensen, blijft dit fenomeen toch in stand? Waarom bespreken we dit onderwerp niet keer op keer open en bloot thuis aan de keukentafel, net zo lang tot elk kind, elke dag, vrolijk en blij naar school gaat. Ik wil dat weten, gewoon, om het te kunnen begrijpen, want tot op heden heb ik niet één goede reden kunnen bedenken waarom dit fenomeen bestaansrecht mag hebben en houden.
Ja, iedereen is verschillend en ja, ook als je later groot bent zul je in situaties terecht komen waarin je je moet zien te redden. Maar hoor je die bittere pil al te slikken als je 6, 7 of 8 bent? En hoezo zijn wij niet in staat om met elkaar ervoor te zorgen dat ónze kinderen opgroeien in een wereld waar voor pesten geen plek is? A better world starts at home, toch? We hebben het hier wel over onze eigen mini-you-and-me’s. Je weet wel, die mensjes waar je als vader of moeder blind voor door het vuur gaat. Waarom laten we het hier met zijn allen dan toch zo liggen?
Ik vermoed dat we te druk zijn voor die keukentafel gesprekken. We vertrouwen er maar op dat het ons kind niet overkomt. Maar geloof me, wanneer het jouw kind is dat in tranen vertelt wat hem of haar elke dag op school gebeurt…jank je ’s avonds vanuit machteloosheid keihard een potje mee.
Het verschil is alleen dat ik wél geloof in die keukentafel gesprekken. En dus zucht ik even diep, maak ik nog maar een kop thee…en ga ik bedenken hoe ik niet alleen mijn kinderen, maar ook die van jou en die van jou kan helpen om de wereld te veranderen. Een goed begin, begint bij jezelf. And I wanna make a difference.